Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Breng voor het deeg de boter en het water in een grote pan aan de kook en haal de pan van het vuur.
Roer met een houten lepel de bloem en het zout schepje voor schepje door het mengsel tot het deeg is.
Leg het op een met bloem bestoven werkvlak en maak er een gladde bal van. Leg de bal deeg in een met bloem bestoven kom, stuif er nog wat bloem op, dek het deeg af met plasticfolie en zet het ongeveer 30 minuten in de koelkastuks
Verhit voor de vulling de boter en bak hierin de uien, knoflook en gember. Doe de specerijen erbij en schep vervolgens het stoofvlees in de pan. Laat 10 minuten zachtjes stoven.
Roer de doperwten door het mengsel en haal van het vuur. Laat de vulling afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Haal het deeg uit de koelkast en bestuif het werkvlak en de deegroller met bloem. Verdeel de deegbal in tweeën en rol elke helft uit tot een dikte van iets minder dan een halve centimeter.
Haal het deeg uit de koelkast en bestuif het werkvlak en de deegroller met bloem. Verdeel de deegbal in tweeën en rol elke helft uit tot een dikte van iets minder dan een halve centimeter.
Steek 4 cirkels van ongeveer 15 centimeter doorsnee uit de deeglappen, zodat je 8 ronde lapjes deeg krijgt.
Bestuif de ronde lapjes deeg met bloem en verdeel de vulling over de deegrondjes. Plaats de vulling in het midden.
Kwast de rand van het deeg in met wat geklutst ei, klap het deeg dubbel en knijp de ronde kant van het pasteitje tussen je duim en wijsvinger dicht. Bestrijk ze met ei en strooi er een beetje polenta over.
Bestrooi ook een bakplaat met wat polenta en leg hier de pasteitjes op. Bak de pasteitjes in 25-30 minuten goudbruin en gaar in de oven.
Schep voor de piccalilly de bloemkoolroosjes om met de kurkuma, komijnzaad en olie en bak deze snel bruin in een koekenpan.
Doe de azijn, suiker, het zout en de laurier erbij en laat 10 minuten garen.
Roer het maïzenapapje erdoor en laat 2 à3 minuten koken.
Laat de piccalilly afkoelen en serveer bij de pasteitjes. Lekker met wortelsalade.