Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Snijd het loof van de bospenen. Zet de jonge takjes loof samen met de topjes van de munttakjes 15 minuten op ijswater. Giet het water af en droog goed. Bewaar onder keukenpapier in een bakje. Halveer de bospenen in de lengte en stoof circa 8 minuten met 2 takjes munt in water met wat zout.
Breng de visbouillon aan de kook, voeg de room toe en kook 5 minuten zachtjes. Breng op smaak met peper en zout.
Verwijder de bovenste helft van de doperwten. Stoof de onderste helften en de erwten 5 minuten in de romige bouillon.
Bestrooi de vis aan beide kanten met peper en zout. Bak de kabeljauwhaasjes goudbruin op de huid in de koolzaadolie. Draai om en bak de andere kant nog circa 1 minuut. De vis mag vanbinnen nog iets glazig zijn.
Verdeel de bospenen over 4 grote borden en leg de kabeljauw ertegenaan. Plaats de halve peulen met de romige visjus erbij en leg de erwten met een pincet in de peulen. Top af met de peulscheuten, munttopjes en het wortelloof.