Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Smelt voor het deeg de boter en voeg de melk toe. Verhit naar circa 40 ℃ . Haal van het vuur en los de gist erin op. Laat 10 minuten staan tot de oppervlakte begint te schuimen.
Zeef de bloem boven een staande mixer met deeghaak en voeg suiker en zout toe. Mix kort. Voeg het gistmengsel en helft van het ei toe en kneed het deeg circa 10 minuten tot het zeer elastisch is. Dek de kom af en laat 30 tot 45 minuten rijzen op kamertemperatuur tot het deeg is verdubbeld in volume.
Haal het deeg uit de kom en kneed het even door op een met bloem bestoven werkbank. Verdeel in 10 gelijke stukken. Verdeel elk van de stukken weer in 3 delen en rol tot ‘slangetjes’ van 15 centimeter. Vlecht ze en vorm er een cirkel van. Leg de gevlochten broodjes met 5 centimeter tussenruimte naast elkaar op een bakplaat bekleed met bakpapier. Bedek met een vochtige theedoek en laat 30 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 ℃ . Bestrijk de broodjes met de rest van het ei en bak ze in 10 à12 minuten goudbruin en gaar. Laat afkoelen op een rooster.
Snijd een kapjes van de broodjes en hol ze iets uit. Hak het kruim fijn en meng met de amandelspijs. Verdeel de vulling over de holten in de broodjes.
Pureer voor de aardbeiencoulis de aardbeien met de suiker en het citroensap in een blender. Passeer de puree door een zeef.
Sla de slagroom stijf (eventueel met wat suiker) en doe over in een spuitzak met kartelmond. Spuit een flinke toef slagroom op de broodjes.
Snijd de grote aardbeien in tweeën en verdeel de aardbeien over de slagroom. Schenk er wat aardbeicoulis over en zet de kapjes erop.