Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Verwarm de oven voor op 180-185 °C met de grillstand aan. Breng een ruime pan water met een snuf zout aan de kook
Roer in een kommetje witte wijn met het sap van de citroen en bloem tot een papje en los op in het water.
Houd de uitgeknepen citroen apart en smeer hier telkens de artisjokken mee in als je wat hebt gesneden, zodat het niet verkleurt.
Snijd de steel van de artisjok en verwijder de onderste, harde bladeren.
Snijd met een broodmes de bovenkant van de artisjok voor ongeveer ⅓ (de hardste bladeren) weg.
Haal nu met een lepeltje voorzichtig het hooi (binnenste) uit de artisjok.
Leg de artisjokken in het hete water, duw ze onder met een bord en kook/pocheer in ongeveer 30 minuten beetgaar. Test met een mesje in het hart of ze gaar zijn.
Neem uit het vocht en zet op een bakplaat of in een ovenschaal.
Pers de knoflook uit of hak zeer fijn. Voeg citroenrasp, panko en geraspte Parmezaanse kaas toe en meng er een scheutje olijfolie, een snufje zeezout en versgemalen peper door.
Schep de massa over de artisjokken en tussen de blaadjes en laat in de voorverwarmde oven gratineren en roosteren gedurende ongeveer 10 minuten.
De blaadjes van de artisjok kun je zachtjes afbijten en hoe verder je naar het midden gaat, hoe zachter de blaadjes worden en hoe meer je ervan kunt eten. De bodem is de grote delicatesse van de artisjok. Deze kun je volledig opeten.