Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Een fantastisch fazantgerecht met fruitige toetsen van sinaasappel en Tripel Karmeliet. De stamppot-puree van zachtgegaarde venkel past er perfect bij.
Snijd de filets en de bouten van het karkas en leg ze afgedekt in de koeling. Hak de karkassen doormidden.
Verhit de olie in een soeppan en bak hierin de karkassen rustig rondom lichtbruin. Voeg de sjalot en venkel toe en bak nog 10 minuten zodat alles lichtbruin is. Blus af met de Tripel en het sinaasappelsap. Voeg de sinaasappelschil toe en laat alles op laag vuur 1 uur trekken.
Bestrooi de bouten met peper en zout. Verhit 2 el boter in een braadpan en braad hierin de bouten rondom bruin. Zeef de jus boven de pan en laat de bouten op heel laag vuur in 1 uur gaar worden.
Kook voor de stamppot de aardappels gaar. Verhit de boter in een pan en bak hierin de venkel op laag vuur in 15 minuten beetgaar. Schep er af en toe wat van de jus van de bouten bij zodat de venkel mooi zacht blijft en niet uitdroogt. Giet de aardappels af en pureer ze grof. Meng met de venkel en houd apart.
Hak voor de ‘gremolata’ de peterselie met de dille fijn. Meng de sinaasappelrasp erdoor en voeg peper en zout naar smaak toe.
Bestrooi de filets met peper en zout. Verhit de overige boter in een koekenpan en bak hierin de filets rondom bruin. Laat op laag vuur rosé worden.
Breng de stamppotpuree op smaak met jus, peper en zout. Dreseer op de borden. Leg er een bout en filet bij of op. Bestrooi met de ‘gremolata’.
Proef de jus en breng op smaak met peper, zout. Schep een flinke soeplepel in een pannetje en monteer schuimig met blokjes boter. Schep de schuimige jus bij het gerecht en serveer.