Het was in 1996 dat bakker Carl Siegert met een paar molensteenbreekbroden onder zijn arm het Amsterdamse Amstel Hotel binnenstapte. Topchef Robert Kranenborg zwaaide er destijds de scepter over de keuken van La Rive. Hij was wel gecharmeerd van de gedreven bakker en zijn brood. De chef werd een afnemer van het eerste uur. Later mondde de samenwerking tussen beide mannen uit in de hamburgerbol: een biologisch, rond broodje dat al sinds jaar en dag bij ThrillGrill (de hamburgerzaak van Kranenborg) de basis vormt voor de The Classic Beef Thriller. Tegenwoordig bakt Carl Siegert uiteenlopende vriesverse broodspecialiteiten en andere conveniencebroodspecialiteiten voor de horeca.
Het was in 1996 dat bakker Carl Siegert met een paar molensteenbreekbroden onder zijn arm het Amsterdamse Amstel Hotel binnenstapte. Topchef Robert Kranenborg zwaaide er destijds de scepter over de keuken van La Rive. Hij was wel gecharmeerd van de gedreven bakker en zijn brood. De chef werd een afnemer van het eerste uur. Later mondde de samenwerking tussen beide mannen uit in de hamburgerbol: een biologisch, rond broodje dat al sinds jaar en dag bij ThrillGrill (de hamburgerzaak van Kranenborg) de basis vormt voor de The Classic Beef Thriller. Tegenwoordig bakt Carl Siegert uiteenlopende vriesverse broodspecialiteiten en andere conveniencebroodspecialiteiten voor de horeca.
De focus op de horeca was een grote ommezwaai voor de familiezaak. De (voor)ouders van Carl - inmiddels 57 - hadden zich vooral gericht op de particuliere klant. Het lag voor de hand dat Carl de familiebakkerij in Harmelen, een dorp ten westen van de stad Utrecht, zou overnemen. Maar eerst wilde hij wat van de wereld zien, vertelt hij: “Toen ik de bakkersschool had afgerond, wilde ik niet meteen in de bakkerij van mijn vader stappen. Dus ik trok naar Amerika, Oost-Europa en Zwitserland. Daar werkte ik bij bakkerijen in allerlei soorten en maten. In Polen en Hongarije zag ik hoe de granen groeien en in Zwitserland leerde ik experimenteren met verschillende desems.”
De kennis en ervaring uit het buitenland kon Carl goed gebruiken toen hij in 1996 de zaak overnam van zijn vader. Die runde de bakkerij sinds 1964, maar de roots van het bedrijf gaan nog veel verder terug. Al in 1891 richtte Carl’s overgrootvader, die overigens ook Carl Siegert heette, de zaak in Harmelen op. En ruim dáárvoor al, in 1849, kocht de familie Molen ’t Lam in het Friese Woudsend. De huidige eigenaar Carl Siegert is de zesde generatie in de zaak, de molenaars meegerekend.
Onder zijn leiding heeft het bedrijf een enorme groei doorgemaakt. Hij licht toe: “De winkel was een mooie basis maar ik wilde echt een bedrijf runnen. Kwaliteitsbrood bakken voor de horeca was mijn grote droom.” En zo geschiedde. Carl deed de bakkerswinkel van de hand en kocht in 1996 een pand op een bedrijventerrein in hetzelfde Harmelen. Wat begon met 220 vierkante meter, een enkele oven en een diepvries, is inmiddels uitgegroeid tot een goedlopend bakkersbedrijf van 5.000 vierkante meter met zestien ovens, waarvan drie elektrisch. Dagelijks gaan er duizenden broden en broodjes de deur uit. De zware en eentonige werkzaamheden van het bakproces, waaronder het wegen, kneden, rijzen, bakken en invriezen, zijn inmiddels geautomatiseerd,. Ook het inpakken wordt grotendeels overgelaten aan robots.
“Maar we bouwen nog altijd voort op onze familiewaarden”, vult Carl aan. “Ondernemerschap, oog voor onze mensen en uiteraard passie voor kwaliteitsbrood staan bij ons hoog in het vaandel. Daarbij draait alles om de smaak en het aroma van het brood. Wij maken dagelijks brood bijzonder.” Ondanks de automatiseringsslagen die zijn gemaakt, werkt bij het bedrijf nog zo’n 25 fte (full time equivalent) aan gespecialiseerde medewerkers en bakkers. Carl: “Zij bewaken het proces, sturen bij waar nodig en experimenteren met nieuwe technieken en producten. Mede dankzij hen kunnen we het ambacht waarborgen.”
De specialisatie naar de horeca is een goede zet geweest, meent Carl: “Sligro is al jaren een trouwe afnemer van onze producten, net als een groot warenhuis en een Nederlandse vliegtuigmaatschappij. En we groeien nog steeds. De automatiseringsstappen zijn nooit een reden geweest om medewerkers te ontslaan, maar juist een stimulans om nog groter te worden.” Convenience speelt ook bij de afnemers van Carl Siegert een steeds grotere rol. “Daar spelen we met ons assortiment natuurlijk op in”, legt Carl uit. “Zo hebben we de Quadrino’s Maxi bruin en wit ontwikkeld, beide biologisch. Dat zijn vierkante broden die je dwars doorsnijdt, belegt en dan heel makkelijk in vieren of achten snijdt. Dat gaat extra snel en efficiënt doordat het product al geportioneerd is. Nog zo’n gemaksproduct is de Pain Qnip: een lang brood dat je kunt snijden in kleine minisneetjes en kunt serveren op een brood- of borrelplank, als mini clubsandwich of in plaats van stokbrood. Erg populair is trouwens ook ons breekbrood, bijvoorbeeld voor bij de borrelplank. Als een van de eersten brachten wij dat op de markt.”
Ook passend in de conveniencetrend is de categorie vriesvers. Carl: “Zo’n tachtig procent van onze producten gaat bevroren de deur uit. In onze shockvriezers vriezen we de versgebakken producten binnen zo'n twee uur in. Daarmee roepen we het verouderingsproces, dat snel optreedt bij brood, in no time een halt toe. Werken met vriesversbrood heeft grote voordelen voor chefs. Ze hoeven alleen de benodigde hoeveelheid brood te ontdooien en af te bakken. Omdat de broden direct na het bakken worden ingevroren, smaken ze echt als vers brood. Zo hoef je niet op kwaliteit in te leveren én verlagen we samen de waste.”
Carl zag de afgelopen jaren, naast de vraag naar meer convenience, nog meer ontwikkelingen die zijn branche veranderden. “Vroeger hadden we bruin en wit brood, beschuit en krentenbollen. Nu is er, onder andere door de globalisering, behoefte aan de verbreding van het broodaanbod. Zo eten we tegenwoordig volop stokbrood, ciabatta, Turks brood, naan en ga zo maar door. Verder bakken we niet alleen meer brood van tarwe, maar ook van talloze andere graansoorten. En we gebruiken olijven, kruiden, pitten en zaden om meer variatie aan te brengen. Het huidige broodaanbod is, kortom, gigantisch én luxe.” Volgens de bakker heeft deze ontwikkeling ook z’n weerslag op de horeca: “Voorheen werd brood als bijproduct aangeboden in de horeca, nu is het vaak een volwaardig onderdeel van een gerecht. Wij zien dat vanuit chefs ook behoefte is aan brood voor elk moment van de dag.”
Een echte hardloper is de brioche. Carl: “Die is de laatste jaren erg in trek. Bijzonder, want tegelijkertijd zijn vegan producten ook flink in populariteit gestegen. En brioche bestaat voor zo’n twintig procent uit roomboter, niet bepaald vegan dus.” Om beide trends tegemoet te komen, ontwikkelde de bakker recent de Veganioche, de plantaardige variant van de brioche. Deze innovatie is begin dit jaar gepresenteerd op de Horecava. De bakker vervolgt: “Er bestaat trouwens een misverstand over de ingrediëntenlijst van vegan producten. Vaak staat daar tarweeiwit tussen, maar dat eiwit is dus afkomstig van het graan. Er komt daadwerkelijk geen dier aan te pas.”
Dit type weetjes haalt Carl ook altijd aan als hij foodprofessionals ontvangt in zijn workshopruimte, een plek die hij vlak voor de lockdownperiode heeft laten bouwen, boven de productieruimte. Voor de entree heeft Carl de gevel van de oude bakkerijwinkel laten namaken. Binnen kunnen gasten in deze en een eerder gebouwde ontvangstruimte alles zien en leren over de historie van het bedrijf en het bakkersambacht, of zoals de ondernemer zegt: het bakmanschap. “We ontvangen hier onder andere horecaondernemers, leerlingkoks en chefs, tot op sterrenniveau. We leren ze stollen maken, brood vlechten en brioche bakken. Door de workshops worden we onderdeel van het leerprogramma en dragen we bij aan de ontwikkeling van de branche én degenen die het vak uitdragen.” In de hoek van één van de ontvangstruimtes staat de oude bakkerswagen, die tot 1985 in gebruik was. Carl: “Mijn voorgangers brachten het brood aan huis. Tja, er is veel veranderd sinds die tijd.”
De vernieuwingsdrang die bij het ondernemerschap hoort, gaat bij Carl Siegert altijd gepaard met aandacht voor duurzaamheid. Circa tachtig procent van alle broodspecialiteiten is biologisch en waar mogelijk wordt met Nederlandse ingrediënten gewerkt. Zo komt de roomboter uit het natuurgebied De Weerribben in Overijssel en het meel van De Commandeursmolen uit Mechelen, Zuid-Limburg. Op het dak van het pand liggen bijna duizend zonnepanelen, goed voor dertig tot veertig procent van de benodigde stroom. “Ook gebruiken we de restwarmte van de compressoren van de vriezers voor de vloerverwarming en hebben we het pand extra goed geïsoleerd”, aldus Carl. Alle duurzaamheidsmaatregelen leverden de ondernemer een van de drie nominaties op voor de EZK Energy Award 2022*. Eerder al won het bedrijf onder andere de Woerdense Duurzaamheidsprijs, Maastrichter Star en ontving het bij het honderdjarig bestaan in 1991 het predicaat Hofl everancier. De volgende honderd jaar zal Carl niet volledig meemaken. “Maar achter de geraniums zie je mij voorlopig niet zitten. Ik zit nog boordevol plannen.”