Misschien ben je zelf geen beginner op het gebied van wild, je gast kan dat wel zijn. Daarom zetten we de belangrijkste kenmerken en usp's van het wild uit deze productie voor je op een rij. Een goed verhaal!
Kara wat? Karaage, je spreekt het uit als kara-age. Het is Japans voor een bereidingswijze waarbij je ingrediënten marineert, door aardappelzetmeel (katakuriko) of bloem haalt en dan frituurt. In het recept Karaage van ganzenborstfilet met koolsalade, komkommer en mierikswortel laten we de ganzenborst eerst gestaag en lekker lang in ponzu marineren. Zo krijg je een intense smaakbeleving en een heerlijk malse binnenkant. En dat alles in een krokant jasje. Itadakimasu (vrij vertaald: eet smakelijk).
Stond wild ooit synoniem aan zware gerechten, de trend van nu is juist het serveren van wild op een ‘light’-manier. Dat lichte geldt zowel voor het grammage (voordelig!) als voor het soort gerecht. De horecagast wil immers geen grote stukken vlees meer. En door te zorgen voor frisse begeleiders ontstaan mooie, lichte gerechten die helemaal passen in deze tijd. Voordeliger, gezonder en misschien zélfs wel lekkerder. Een goed voorbeeld is de stoof van ree, toch al wat lichter qua vlees, met heerlijk frisse garnituur.